Je zult de lezer eerst moeten vertellen waar de rest van je document over gaat. Dat kan heel minimaal maar daarmee laat je veel over aan de interpretatie van de lezer. Iets meer achtergrond, aansluitend bij de actualiteit of net prikkelend geeft meer houvast aan je lezer waar je het precies over gaat hebben. Je introduceert al iets van context en relevantie in plaats van alleen een korte aanduiding waar je het over gaat hebben.

Waarom is het onderwerp relevant? Waarom heb je het document geschreven? Wat was de aanleiding?
Let op dat je motivatie om dit onderwerp uit te diepen wellicht persoonlijk is voor jou maar de relevantie voor de lezer is dat niet. Redeneer dus vanuit de lezer, waarom of voor welke lezers is dit onderwerp relevant?

Hiermee geef je duidelijk aan welke nieuwe hoofdinformatie de lezer kan verwachten. Die vraag moet gebaseerd zijn op de informatie die je tot nu geïntroduceerd hebt aan de lezer. Je centrale vraag verschilt of je een theoretisch of praktisch gericht project hebt uitgevoerd. Bij een theoretisch project betreft het vaak een kennisvraag, bij een praktisch project betreft het vaak een verbeter of ontwerp vraag.

Tot slot wil je in een goede inleiding de lezer houvast bieden waar hij welk type informatie kan lezen. Bedenk vooraf welke verschillende type lezers je rapport gaan lezen. Een manager is geïnteresseerd in andere delen dan een mede onderzoeker. Welk deel van je rapport geeft welke informatie? En schrijf dat op een dusdanige manier dat iedere lezer zelf kan bepalen welke delen met name relevant zijn voor hem.